Arie Rijneker
Arie Rijneker 24-1-1924 - 2014
Hij heeft nooit willen spreken over deze periode.
Uit bepaald reacties kon je merken, dat er traumatische herinneringen bleven, Bijvoorbeeld:
We hebben ooit tijdens het eten van kip aan tafel een botje gebroken, als kind haal je die ongein nu eenmaal uit. Gewoon omdat je iemand een "krak geluidje" wil laten horen:
Hij trok wit weg en liep van tafel.Mijn moeder zei alleen maar: Dat mag je nooit meer doen, heeft met de oorlog te maken.
Dat was het.
Arie heeft gevolg gegeven aan de eerste oproep voor Arbeiteinsatz, hij was bang voor maatregelen tegen andere gezinsleden als hij niet zou gaan.Wel staat vast dat hij, met grote tegenzin, naar de cursus bankwerken (of zo) in de Vlijtstraat werd gestuurd, alvorens hij werd tewerkgesteld in een vliegtuigfabriek in Fritzlar in de buurt van Kassel.
Die werd vaak gebombardeerd, veelal met fosforbommen.
In de lente van 1945 reisde hij op de een of andere manier, via
Zwitserland, Frankrijk en België naar Noord-Brabant.
De Brabanders verzorgden hem zo goed dat hij zeer doorvoed
weer thuis arriveerde. Ik zie hem nog, verteld zijn broer, vanuit het zolderraam van
ons huis aan het H.J. Schimmelplein, komen aanlopen, met een
gehuurde handkar waarmede hij zijn resterende spulletjes en die
van zijn collega-arbeitseinsatzers van het station ging halen.
Het moet aangrijpend geweest zijn want de eerste keer dat hij samen met zijn vrouw en familie langs Fritzlar kwam, wilde hij absoluut niet kijken. In Fritzlar zei hij: „doorrijden maar!“
De 2e gezamenlijke vakantie was eind jaren 50. Nu bekeek hij Fritzlar vanaf een hooggelegen ruïne en speurde met zijn ogen of er nog iets te zien was. Hij zag niets en heeft toen aan een Duitser gevraagd waar de Junkers fabriek lag.
De andere kant dus! Toen ze in de verte een hangar met vliegtuig zagen was het genoeg: „doorrijden maar!“
Aldus Gerrit, Dirk en Els Rijneker